Zindelijk worden gaat meestal vanzelf. De meeste kinderen worden zindelijk tussen de 2 en 4 jaar. Om zindelijk te worden moeten kinderen dit echter wel kunnen, willen en begrijpen. Ze moeten kunnen voelen of ze een plas of poep moeten doen en begrijpen waarvoor een WC of potje dient. In principe wordt een kind eerst zindelijk voor ontlasting en daarna voor het plassen. Soms lukt het niet zo goed en hebben kinderen ouder dan 5 jaar nog regelmatige een ‘ongelukje’. Ook een buikoperatie, een aangeboren afwijking of een traumatische ervaring kunnen problemen geven bij het plassen en poepen.
Kinderbekkenfysiohterapie is een specialisatie binnen de fysiotherapie waarbij een kinderfysiohterapeut of een bekkenfysiotherapeut zich heeft gespecialiseerd in de behandeling van kinderen met plas– en/ of poepproblemen. De kinderbekkenfysiohterapeut gaat samen met u en uw kind onderzoeken of dit probleem opgelost kan worden.
Welke problemen kunnen er op dit gebied zijn?
Plas- en / of poep-ongelukjes overdag
Plasongelukjes ‘s nachts (bedplassen)
Erg vaak moeten plassen (onrustige blaas)
Blaasontstekingen (herhaald)
Angst om te plassen of poepen
Obstipatie (verstopping)
Buikpijn, verminderde eetlust, lusteloosheid
Deze klachten kunnen van grote invloed zijn op het leven van uw kind en uw gezin.
Training/ behandeling
Allereerst inventariseren wij de klachten aan de hand van:
Vraaggesprek en vragenlijsten
Poep- en plasdagboeken
Lichamelijk onderzoek
Evt. aanvullend onderzoek
Vanaf ongeveer 4 á 5 jaar kunnen wij gericht met uw kind trainen/ oefenen. Bij jongere kinderen krijgt u van ons gerichte adviezen mee.
Thuis
Het is belangrijk om thuis met uw kind de oefeningen te doen die u samen van de therapeut geleerd heeft. Het vraagt een goede motivatie en doorzettingsvermogen van het kind, maar ook de medewerking van u als ouder. Hoe lang het traject van behandeling duurt, is afhankelijk van de aard en de ernst van de klacht en hoe land die al bestaat.